Louisa Alberta Juliana De Cock, kortweg ‘ons Wis’, heeft een schoon leven gehad. Ze groeide op in een gezin van boeren, trouwde met Albert, kreeg drie schone kinderen en zes al even schone kleinkinderen.
En nu is het tijd voor de kleinkinderen om de mèt op te kuisen.
Terwijl ze door haar oude huis dwalen en de voorwerpen van vroeger zien, komen de verhalen op gang. Ze kunnen maar één ding besluiten: mèt was een brave, gelovige, zorgzame vrouw.
Dat denken ze tenminste. Want de mèt is ook maar wat de kleinkinderen ervan maken.
En zo is ’t goed.
Mèt, oma, bomma, meter, moemoe, grootmoe, meter, metjen, bobon, …
Haar namen zijn talrijk maar overal is ze dezelfde: de mèt!
In oktober 2009 brengt Gustaaf een ‘ODE AAN DE MET’ in samenwerking met Sjoekroedt en Reynout Dendermonde.
Op:
Donderdag 1 oktober om 20u
Zaterdag 3 oktober om 20u
Zondag 4 oktober om 14u30 en 19u
Locatie: Reynoutlokaal, St.-Elooistraat 15 te Grembergen
Mijn doopmeter,was een vrouw met heel veel levenswijsheid!
Meter Cécile Van Cauwenberghe-
citaten :
Alle beetjes helpen, zei de mug en ze piste in de zee !!!
“Kakken” ga voor “bakken”, al staat den oven heet !
Zingen is twee keren bidden!
Allez, en nu gij de rest…
Oost west, thuis best!
‘godzamijzegenen’
‘godzegentu-en-godbewaartu'”
’t es ’t er on te zien wor da gulder ulder broek versleten hèt hé!
ons liefvrauke schriet as de méskes fluiten…
hij heet huug woater in zijne kelder…
ge luupt erbij as César Parret (slordig dus)
dees kan mijnen bruinen nie trekken en mijne witte luupt uuk al mank!
’t Is overal iet,tot in de konijnekoten toe…hier wilt de mit nie stèrven,doar wilt de moer nie jongeren…..”
“As iederiën veur zijn eigen deur vaagt,heeft ’t hij stof genoeg!”
“Ah de mannen,nen nieven hond?”
“We zummen zien,zei Parret!”
“Trekt au krijt!”
“Duudkerreke luupt over mijne rug.”
“‘Der zit NE puit in mijn keel.”
“In de kerk is atijd werk!”
” ’t Is stille waar het nooit eens waait!”
“Lichtmis : D’er is geen vrouwke zo arm,of ze maakt haar panneke warm!”
“As ze klein zijn……trappen z’op au tiënen,as ze gruet zijn……op au hert!”
“Godverdoeme zei Miel…en hij kreeg een bieleke(beeldeke )!”
” ‘k Hem het geweten….’k bent vergeten…’t zit in mijnen binnenzak!”
“Elk zijne meug zei voader en hij at ’t kind zijne pap op!”
“erm in erm is werm!”
“Spreekt of loat een scheet.da’k iet weet!”
“Die geeft wat hij heeft…is waard
Dat hij leeft!”
“Haagt ou hand boven ou kop en ziet wie d’er onder stoat!”
“Nen duvel in een wijwatervat!”
“Gij kunt tegen wit,zwert zeggen!”
“D’er stoat een zwert kruis op au veurhuufd!”
“Van huëren zeggen,huur de vééél liegen!”
“mij schuunmoeder zei altijd :”Vraan doij moeten nie kuunen mé den oto roijn,dij moeten veur aale kiennekes zurgen!”
Ze zeiden tegen peter Frans : “godde au ras vergruëten?” (als peter met meter trouwde!)
Uw doopmeter was een GENIE! Van Weyenberg! Dat gratis ticket is al zo goed als binnen!
PS Vrienden, moeten we toch niet eens nadenken over een nieuwe titel? Veel mensen beginnen te vermoeden dat het over de grote markt (mèt) van Dendermonde gaat. Hmmm, misschien geen slecht idee… Intronummer: ‘onder de roze palmboom, mijn lief en ik…’
Ik heb idd de indruk dat de mét van de titel tot misverstanden kan leiden. De werktitel zal dus de geschiedenis meoten ingaan als een werkelijke werktitel…
Jan zegt tegen zijn grootmoeder “bomama” misschien moeten we daar iets mme, en anders geven we een ‘creatieopdracht’ aan Van Weyenberg!
Proficiat met de première van gisteren! Het stuk zat goed in elkaar, de situaties waren zó herkenbaar. Het was een leuke afwisseling met die voorgedragen brieven en de liedjes.
Ook qua tekst mogen jullie een pluim op jullie hoed steken want het is echt heel mooi geschreven!